De vraag ‘Zeg uh, wat heb jij vandaag op je boterham?’ is zó kantoorpraat anno jaren negentig. Laat je collega’s versteld staan, maar verras bovendien jezelf met deze bijzondere (en ja, óók verantwoorde) variaties op de lunch!
We laten je ook meteen kennismaken met een relatief nieuwe trend, die vooral leeft onder goed voorbereide mensen die hun leven helemaal op orde hebben: het mealpreppen. Dat betekent dat je de avond van tevoren al aan de slag moet met kokkerellen. Het kost je wat tijd, maar dan heb je wél een lekkere lunch voor de volgende dag. O ja: twee linkerhanden in de keuken is geen excuus. Voor alle recepten hoef je namelijk geen keukenprins te zijn.
Recept #1: Skip die middagdip
Quinoa (spreek uit: ‘kien-wah’) heeft door bepaalde fitgirls een naar imago. Hierdoor associeer je de graansoort misschien met kleidrankjes en andere gare gezondheidsshit. Maar wat ons betreft is het énige nadeel aan quinoa dat de korrels soms tussen je tanden blijven zitten. Pluspunten zijn dat je er energie van krijgt en dat het, mits je het goed bereidt, nog lekker is ook. Bijvoorbeeld in deze lunchsalade met pompoen, spinazie en noten. Echt een energiebom waarmee je er weer eventjes tegenaan kunt, zodat je in volle vaart al die mails en je andere werktaken erdoorheen ragt. (Tip: zorg dat je tandenstokers bij je hebt.)
Wat heb je nodig?
- 75 gram quinoa
- 150 gram pompoen in blokjes
- een halve appel, ook in blokjes
- 2 stronkjes bosui, in kleine ringetje gesneden
- 75 gram spinazie
- een handje cranberry’s
- 1 eetlepel geschaafde amandelen
- 1 eetlepel pompoenpitten
En zo maak je het!
Bereid de quinoa volgens de verpakking en giet het goed af, zodat er geen waterige toestanden in je lunchbox ontstaan. Kook ook de blokjes pompoen in 15 à 20 minuten gaar. Of bereid ze in de oven, wat jij wil, zolang je je tanden maar niet in rauwe stukjes hoeft te zetten. Giet ze ook weer goed af. Vervolgens verdeel je de blaadjes spinazie in je lunchbox. Schep hier de inmiddels behoorlijk afgekoelde quinoa overheen. Doe hier vervolgens ook de pompoen, appel en bosui bij, en hussel het geheel wat door elkaar. Rooster de amandelen en pompoenpitten goudbruin in een pan zonder, we herhalen zónder, olijfolie. Deze neem je de volgende dag ook mee, samen met de cranberry’s, in een ander bakje. Dit zijn namelijk je toppings om je salade helemaal mee af te maken. Eet smakelijk!
Recept #2: It’s a wrap (met fokking veel groenten)
Ken je het fenomeen ‘groentewraps’ al? Dat zijn van die wraps waarin groentes als bieten, paprika, boerenkool of worteltjes zijn verwerkt. Niet alleen lekker, maar je krijgt ook je vitaminen en vezels binnen; iets wat ook best belangrijk is in het leven. Je vindt deze wraps gewoon in het groentevak van de meeste supermarkten (zoals Albert Heijn en Jumbo). Maar uiteraard is het is de vulling die het recept maakt of breekt. Aangezien die vulling helemaal up to you is, sturen we je niet op pad met een kant-en-klare boodschappenlijst.
Maar we brengen je natuurlijk wél op ideeën. Wat dacht je van de combinatie hummus en gegrilde paprika, courgette en aubergine? Een andere klassieker is de combi met zalm en (light) roomkaas. Tip: voeg wat verse bosui en bieslook aan de roomkaas, en top hem af met wat plakjes avocado. En heb je een tostiapparaat op je werk? Ga dan voor de wrap met Italiaanse twist. Beleg ‘m met mozzarella, tomaatjes, olijven, wat pesto en wat gegrilde groenten. Even onder de grill en buon appetito!
Dus wat heb je nodig?
Groentewraps (zoveel je er op kunt natuurlijk) en verder alles aan voedsel wat je verder lekker lijkt om daartussen te stoppen. Tip: opteer eens voor pittige groentekiemen als sluitstuk van je wrap. Niet alleen een frisse twist, maar je wraps lijken ook ineens echt supergezond.
En zo maak je het!
Het is een kwestie van de ingrediënten – nadat je deze eventueel hebt gesneden, gebakken of gegrild – in een logische volgorde op de wrap doen. Wees echter niet té royaal: je moet hem nog wel enigszins kunnen oprollen.
Recept #3: Eitje! (Letterlijk én figuurlijk)
Krijg jij bij het woord ‘kokkerellen’ al een cognitieve dissonantie? Dan willen we je het volgende lunchrecept tóch onder je neus schuiven. Want naar ons idee kan iedereen een ei bakken (en wat kunstjes doen met een aardappelmesje). We maken er geen uitsmijter van, maar een lekkere omelet. Deze eierrijke lunch geeft je een verzadigd gevoel, zodat die snacktrek rond vieren hopelijk wat minder hardnekkig zal zijn. En mocht jij weleens met gewichten in de weer zijn: ei is óók nog eens goed voor de spierballen.
Wat heb je nodig?
De groenten in dit gerecht zijn slechts een voorbeeld. Je kunt er eigenlijk al je leftovers uit je groentelade of diepvriesvak in mikken. Bijvoorbeeld spinazie, boerenkool, doperwten of broccoli. Ga je meteen de voedselverspilling tegen. En mocht jij nou ultralui zijn het te druk hebben om zelf groenten te hakken, dan kun je ook gewoon een zakje met voorgesneden soepgroenten gebruiken (no judgement).
- 1 kleine ui
- 75 gram champignons
- paprika, één helft
- 1 tomaat
- 2 eieren
- 150 gram kipfilet, in blokjes
- Italiaanse kruiden en peper en zout
- scheutje olijfolie om in te bakken
- Optioneel: top je omelet af met één eetlepel roomkaas en een handje geroosterde pijnboompitten.
En zo maak je het!
Eerst is het preparation time: snij alle groenten in goed hanteerbare stukjes. Nu verhit je wat olijfolie in een grote koekenpan. Heb je voor een ui gekozen? Die bak je als eerste mooi goudbruin. Daarna voeg je de andere groenten toe: eerst de paprika, dan de champignons en de tomaat. Breek vervolgens de eieren in een kom (wij weten dat jij dat kan zonder eierschillen in de kom te krijgen). Roer de boel lekker los, en breng op smaak met de Italiaanse kruiden en peper en zout.
Tijd om nu ook het eimengsel in de koekenplan te doen. Roer even rond, zodat het een egale massa wordt. Vervolgens laat je de omelet op een laag vuur in een kwartiertje gaar worden. Is ‘ie klaar, dan volgt er nog een tricky gedeelte. Je moet de omelet voorzichtig met een spatel losmaken van de panbodem, om hem vervolgens op een bord of plank te laten afkoelen.
Neem je je omelet na een nachtje in de koelkast mee naar je werk? Daar kun je hem eventueel opwarmen in de magnetron of in de pan, en hem aftoppen met de toppings naar keuze.