De een springt op bij het woord ‘netwerkborrel’ en heeft zijn pitch al voorbereid, de ander krijgt visoenen van ongemakkelijke openingszinnen, zweterige handjes en houterige gesprekken. Speciaal voor de laatste categorie volgen hier 10 tips voor hoe je nou het beste zo’n netwerkborrel kunt aanvliegen. En voor de eerste categorie kan verder lezen ook geen kwaad (zie tip 7: ‘Wees geen autoverkoper’).

Tip #1: Doe je huiswerk

Op een aantal dingen letten vóórdat je mensen de hand gaat schudden, verhoogt de kans dat je er iets uit kunt halen. Bedenk dus wat je wilt bereiken. Wat voor mensen zullen er rondlopen? Wat wil je hun vragen of met hen bespreken? Maak een selectie van wie je wilt spreken en zorg ervoor dat je een duidelijk doel in je hoofd hebt. Ook slim is het om een reeks visitekaartjes paraat te hebben. Ga maar na: iemand een kaartje overhandigen staat nét wat professioneler dan onhandig elkaars gegevens in het notitieboek op je smartphone noteren: ‘Uhm, wat is jouw LinkedIn?’

Tip #2: Wees je eigen visitekaartje

Net stonden we stil bij het belang van fysieke visitekaartjes. Maar het allerbelangrijkste visitekaartje? Dat ben je zelf natuurlijk. Wat betreft de outfit: ga voor opvallend doch netjes. Mensen onthouden je als je zorgt voor een kleurrijk detail als een kleurige das, een hip montuur of overhemd met kekke print. Doe voordat je de deur uit racet nog even een snelle check. Zitten er geen rare vouwen en vlekken in je kleding? Ruik je lekker en zijn je schoenen schoon? En nog even wat deo sprayen en een Smintje nemen voordat je de ruimte binnenloopt, kan ook geen kwaad.

Tip #3: Wees op tijd

Zorg dat je op tijd bent, of nog mooier: 10 minuten te vroeg. Zo voorkom je dat je met zweetplekken onder je oksels en een oververhit hoofd aan komt sjezen, en kun je ook rustig en relaxed op de gastheer of gastvrouw afstappen om hem of haar een handje te geven. En nu je toch bezig bent: vraag deze persoon ook meteen om je voor te stellen aan iemand met wie jij graag wilt kennismaken. Dat scheelt je in elk geval één ongemakkelijke openingszin.

Tip #4: Rustig met de hapjes (en de drank)

Door de lange rit in de auto heb je misschien wel erge trek gekregen. Toch is het niet slim om meteen op de schaal met kaasstengels of exotische sushihapjes te duiken. Dat heeft ook een praktisch aspect: met een volle mond en een snack in je hand worden handjes schudden en professioneel converseren vrij lastig. Enne: drink met mate. Je kunt vast zelf ook wel bedenken dat het met een naar wijn of bier riekende adem héél lastig gaat worden om anderen te imponeren, ehh, te leren kennen. Op de terugweg kom je vast wel langs een McDrive.

Tip #5: Confidence is key

Om meer uit de netwerkborrel te halen, is het van belang dat je op mensen afstapt die je nog niet kent. Dat is spannend, maar wordt gemakkelijker als je zelfvertrouwen uitstraalt. Let daarom op je houding: sta rechtop, met je schouders naar achter. Je hoeft geen ‘big smile’ te faken, maar een vriendelijke glimlach moet er vast wel vanaf kunnen. Bouw het rustig op, en begin laagdrempelig door op iemand af te stappen die ook alleen staat, en die ook wat onwennig om zich heen kijkt. Na een aantal gesprekken met gelijkgestemden heb je vást wel voldoende zelfvertrouwen opgebouwd om op de CEO van Microsoft af te stappen.

Tip #6: Oefen je openingszinnen

Anders dan in de kroeg hoef je bij een netwerkborrel niet per se iemand omver te blazen met een dijk van een openingszin. De eerste zin die uit je mond komt, is gewoon een manier om contact te maken. Dat kan al heel simpel. Wat dacht je van een ‘En wat brengt jou hier vandaag?’ of ‘Wat doe jij eigenlijk precies?’ Ook kun je er een versie op de klassieker ‘Kom je hier vaker?’ in gooien door te vragen of hij of zij al eens op de locatie is geweest. Beetje standaard allemaal? Dan kun je ook beginnen met een grapje of een zelfverzekerde ‘Mag ik mezelf even voorstellen?’ Voor welke ijsbreker je ook gaat: vergeet jezelf in elk geval niet voor te stellen.

Tip #7: Wees geen autoverkoper

Voorkom keiharde businesstalk. Jezelf of je product heel hard aanprijzen hoeft echt niet. Sterker nog: dat wekt alleen maar ergernis of wantrouwen op. Natuurlijk is het handig om te vertellen wat voor werk je doet. Maar verder mag je het best over koetjes en kalfjes hebben. Die enorme file op de weg hiernaartoe bijvoorbeeld, de laatste uitzending van De Wereld Draait Door of de wedstrijd van gisteren. En vooruit: een beetje zaken. Maar al dat gekeuvel over alledaagse dingen heeft een reden. Hiermee leer je elkaar kennen en leg je de eerste stenen van een relatie.

Tip #8: Luister en lach

Je kent vast wel van die mensen die op een feestje met je in gesprek gaan, en tijdens het praten om zich heen kijken of er een interessanter persoon rondloopt. Irritant en onoprecht. Laat je gesprekspartner daarom merken dat je oprechte aandacht hebt door diegene aan te kijken en dóór te vragen. En je zou het bijna vergeten als je tussen al die zakelijk geklede businesslui loopt, maar: met elkaar lachen is ook toegestaan. Al hoef je ook niet te veinzen alsof je iemand vreselijk grappig vindt als dat niet zo is, want dat komt weer niet oprecht over.

Tip #9: Hoe kap je het gesprek weer af?

Hád je de moed om iemand af te stappen, blijkt het zo iemand te zijn van wie je niet meer afkomt. En daar zit je natuurlijk niet op te wachten, want jij wilt logischerwijs je netwerklijstje nog met anderen aanvullen. Werken subtiele hints als een zijdelingse blik op de klok werpen niet? Zeg dan gewoon glimlachend maar duidelijk dat je graag nog wat andere mensen wilt spreken voordat het event is afgelopen. Lijkt diegene toch beledigd? Dan kun je altijd nog vragen naar zijn of haar visitekaartje. Wat jij er vervolgens daadwerkelijk mee doet, is aan jou.

Tip #10: Hou het vast

Wil jij bouwen aan je zakelijke relaties? Dan wacht er eenmaal thuis (nadat je hopelijk ergens een Big Mac hebt gescoord) nog wat administratie op je. Voorzie je gekregen visitekaartjes met notities over wat de ander voor je kan betekenen en voeg de opgedane contacten toe op LinkedIn. Probeer actief je contacten te onderhouden, door bijvoorbeeld ook nog een keertje te bellen. Voordat je het weet, heb je een ijzersterk netwerk (en buigen anderen zich over de vraag met welke openingszin zij jou weten te imponeren!).